Konijnenvoer en natuurlijke konijnenvoeding!
- Voor 17 uur besteld dezelfde dag verzonden!
- Achteraf betalen!
- 10 JAAR het BESTE voor knager & konijn!
- Voor 17 uur besteld dezelfde dag verzonden!
- Achteraf betalen!
- 10 JAAR het BESTE voor knager & konijn!
Konijnenvoer bestelt u eenvoudig en snel bij DRD Knaagdierwinkel®
Konijnenvoer moet uitgebalanceerd en afgestemd zijn op de gevoelige spijsvertering van het konijn. De voeding dient voedzaam en vezelrijk te zijn. Daarom bent u voor voer voor uw Konijn bij DRD Knaagdierwinkel® op het juiste adres!
Onze specialisatie is uw voordeel als het gaat om knaagdieren en konijnen, maar in het bijzonder als het gaat om konijnenvoer. Niet alle merken krijgen een plaats in onze schappen en dat heeft ook een reden. Omdat konijnenvoer zo belangrijk is voor konijnen bieden we enkel de beste voeders aan. Daarnaast hebben we hoge eisen als het gaat om de voeding en moet deze vers zijn, een lange houdbaarheid hebben en voldoen aan de voedingsbehoefte van het konijn.
Konijnen zijn kleine, folivore-/herbivore (plantenetende) zoogdieren en behoren tot de orde van de haasachtigen. Ze zijn overwegend in de schemering en 's nachts actief, zeer gezellig en leven in de natuur in sociale groepen. Ook als ze als huisdier worden gehouden, mogen ze zeker niet alleen zitten. Als paar (een gecastreerd mannetje en een vrouwtje) of ook in grotere groepen voelen ze zich het best. Zoals alle andere kleine zoogdieren hebben ook konijnen speciale nutritionele behoeften. Vooral het spijsverteringssysteem is belangrijk voor een gezond en vitaal leven.
Voedingswijzer konijn
Konijnen hebben een energiearme en vezelrijke voeding nodig. Het spijsverteringsstelsel van een konijn is erop ingericht om vezelrijke voeding te verteren. De vertering van het voedsel vindt vooral plaats in de dikke darm. Hooi moet onbeperkt aanwezig zijn omdat een konijn altijd moet kunnen eten. Het maagdarmstelsel van een konijn is passief en maar zwak bespierd. De darm maakt geen peristaltische bewegingen om de voedselbrij voort te duwen. De voedselbrij moet voortgeduwd worden door de contante opname van voeding.
Een te energierijke voeding kan ervoor zorgen dat het konijn te lange ‘eetpauzes’ heeft. In de natuur eet een konijn per dag 80 tot 120 kleine maaltijden! Een konijn is dat ook een heel groot gedeelte van de dag bezig met eten.
Konijnenvoeding & vezels
Vezels zijn erg belangrijk. Wanneer de brok te weinig vezels bevat kan dit ervoor zorgen dat de darmen trager gaan werken. Deze tragere darmwerking kan dan weer haarballen en diarree veroorzaken. Vezels kunnen er eigenlijk nooit teveel in het voer zitten. Vezels zijn dus van belang voor een goede spijsvertering. Let er altijd op dat konijnen naast vezels uit de brokken ook lange vezels uit hooi nodig hebben. Een brok kan nooit het hooi vervangen. Structuurrijke vezels uit hooi zorgen ervoor dat het konijn lang en aanhoudend moet kauwen. Door dit kauwen slijten de kiezen af. Dit is erg belangrijk omdat de kiezen levenslang door blijven groeien. Te lange kiezen veroorzaken pijn en kunnen ervoor zorgen dat het konijn bijvoorbeeld minder hooi gaat eten, met alle gevolgen voor de spijsvertering van dien. Daarnaast zorgt het langdurig kauwen ervoor dat enzymen in het speeksel al een begin maken met de vertering. Vezels zijn ook cruciaal voor het fermentatieproces in de blinde darm.
Konijnenvoeding & eiwit
Naast vezels hebben konijnen eiwit nodig. Eiwit wordt vooral gebruikt voor spieropbouw. Jonge en oude konijnen hebben iets meer eiwit nodig dan volwassen konijnen. Te weinig eiwit is dus niet goed voor de spieren. Te veel eiwit is echter ook niet goed. Als het konijn teveel eiwit binnenkrijgt kan het zijn dat deze de blindedarmkeutels niet meer gaat opeten. Hierdoor kan het konijn diarree en plakpoep krijgen. In de blinde darm worden de kleinste vezelbestanddelen afgebroken. Hiermee haalt het konijn energie uit de resten die nog in de blinde darm aanwezig zijn. In de blinde darm ontstaat een ontlasting die rijk is aan vitamines en eiwit. Deze speciale ontlasting uit de blinde darm wordt door het konijn direct uit de anus weer opgegeten. Deze blinde darm ontlasting wordt vervolgens in de dunne darm verteerd en daar worden te vitamines en het eiwit opgenomen.
Konijnenvoeding & Calcium
Calcium is belangrijk voor het gebit en het skelet. Te veel calcium is echter al snel schadelijk. Door een teveel aan calcium kan een konijn blaasstenen ontwikkelen. De calciumstofwisseling van een konijn is anders dan die van veel andere zoogdieren. Bij een konijn wordt een overschot aan calcium door de nieren en urinewegen uitgescheden. Een overschot aan calcium kan blaasstenen tot gevolg hebben. Dit is een probleem dat niet meer met voeding terug te draaien is. Het konijn zal door een dierenarts geopereerd moeten worden om de blaasstenen te verwijderen. Volwassen konijnen hebben in hun voeding een calciumgehalte van 0,6% nodig. De calcium/fosfor verhouding moet tussen de 1,5:1 en 2:1 liggen.
Konijnenvoeding & vetten
Het konijn heeft essentiële vetzuren nodig. Te veel vet is echter niet goed. Een te hoog vetgehalte kan spijsverteringsproblemen veroorzaken.
Konijnen Tanden
Er bevinden zich in de boven- en onderkaak telkens twee snijtanden. De twee bijkomende stifttanden achter de bovenste snijtanden hebben geen enkele functie. De snijtanden en kiezen van het konijn hebben een ding gemeen: ze blijven levenslang groeien en dat tot wel 8 mm per maand.
Dat betekent:
a) de positie van de tanden moet correct zijn zodat tandslijtage mogelijk is en de tanden niet ongecontroleerd groeien.
b) de keuze van het voer is een zeer belangrijke factor voor de optimale slijtage van de snijtanden en de kiezen. Een ruwe vezelstructuur is noodzakelijk
De maag van konijnen
Konijnen hebben een zogenaamde 'volpropmaag'. Hun maag is weinig gespierd en kan daarom niet zelfstandig de voedingsbrei naar het volgende gedeelte van de darm transporteren.
Dit wordt zogezegd overgenomen door de navolgende voedingsporties.
Dat verklaart ook waarom konijnen per dag gemiddeld 80-120 kleine porties opnemen.
Deze porties moeten op de onderhoudsbehoefte van volwassen dieren of op de groei van jonge konijnen worden afgestemd. Zo kunt u spijsverteringsproblemen en obesitas vermijden.
De Blindedarm van konijnen
De grote blindedarm is de zogenaamde gistkamer. Naar daar gaan de fijne voedingsvezels, die door speciale bacteriën in eiwitten, vitamine B complex en vitamine K worden omgezet.
Uit de blindedarm komen de blindedarmkeutels (druifvormig en omgeven door een slijmlaag), die door konijnen terug worden opgenomen. Dat is een natuurlijk proces dat voor de gezondheid erg belangrijk is
Calcium - fosfor
Konijnen hebben een speciale calciumstofwisseling. In het lichaam bevindt calcium zich hoofdzakelijk in de botten en de tanden. Calciumtoevoer door voeding is zodoende bijzonder belangrijk om het dier gezond te houden.
Evenwel kan een verhoogd calciumgehalte bij volwassen konijnen tot blaasgruis of zelfs tot blaasstenen leiden, omdat dit via de urine wordt uitgescheiden. Daarom is de keuze van de juiste voedingscomponenten belangrijk.
Optimale calciumgehalte in het basisvoer
- Jonge dieren: 0,9%*
- Volwassen dieren: 0,6%
*Jonge dieren hebben wegens hun nog onvoltooide groei een hoger calciumgehalte nodig in vergelijking met volwassen konijnen.
Belang van de verhouding ruwe vezels-zetmeel
Ruwe vezels:Ruwe vezels zijn erg belangrijk voor de gezondheid van konijnen: voor de vertering, voor de blindedarm en met hun ruwe vezelstructuur voor de tandslijtage. Goed voer zou voor ongeveer 20% uit ruwe vezels moeten bestaan.
Zetmeel: Zetmeel is hoofdzakelijk een energieleverancier en moet beperkt in het voer aanwezig zijn. Bij goed voer ligt de richtwaarde onder 7% zetmeel. Bovendien is de energietoevoer als suboptimaal te bestempelen.
Een verschuiving van de ruwe vezels-zetmeelverhouding kan op lange termijn tot gezondheidsschade leiden:
- Te weinig ruwe vezels leidt tot darmtraagheid, verandering van de darmflora en verstoorde werking van de blindedarm.
- Te veel zetmeel leidt tot eetpauzes, veranderingen van de darmflora, zwellingen, diarree, gisting, adipositas. Als u met deze argumenten rekening houdt, dan wordt het duidelijk waarom dierenartsen minimaal een ruwe vezels-zetmeelverhouding van 3:1 aanbevelen.
Hoe weet ik eigenlijk hoeveel zetmeel mijn voer bevat?
Daarbij is de samenstelling erg nuttig: hele graankorrels (met zetmeel houdend meellichaam), veldbonen, aardappelen of erwten zijn een aanwijzing dat er met een hoger zetmeelgehalte moet rekening worden gehouden.