De Muis
Mus musculus domesticus, Familie Muridae, Orde Rodentia Mus musculus domesticus wordt algemeen als het wilde dier beschouwd. Op basis van nieuw onderzoek zouden er ook overeenkomsten zijn met andere soorten (Mus musculus musculus en Mus musculus castaneus).
Kop-romplengte: 6,5 tot 9,5 cm Lichaamsgewicht: 20 tot 40 g Levensverwachting: 2 tot 3 jaar
- Tandformule: 1013/1013 Snijtanden blijven groeien. (Verhouding snijtanden bovenaan - onderaan = 1:3)
- Kiezen blijven niet groeien.
- Snijtanden aan de voorkant hebben een oranje gele glazuurlaag.
- Eendelige maag met slijmvliesplooi.
- Kleine blindedarm met beperkt vermogen om ruwe vezels te verwerken. Blindedarmkeutels worden enkel bij voedseltekort opgegeten.
VERSPREIDING VAN DE MUIS
- van oorsprong waarschijnlijk uit India
- tegenwoordig bijna wereldwijd
NATUURLIJKE LEEFOMGEVING VAN DE MUIS
Vroeger in steppegebieden en halve woestijnen
- tegenwoordig zowel in velden als gebouwen
- In West-Europa (Mus musculus domesticus) het hele jaar in gebouwen
- In Oost-Europa (Mus musculus musculus) ook in velden
ALGEMENE INFORMATIE
- Geslachtsrijp: na 28-45 dagen
- Fok rijp: na 8-10 weken
- Worpaantal: 3-6 per jaar
- Worpgrootte: 5-13 (Ø6) kleintjes per worp
- Draagtijd: 19-21 dagen
- Geboortegewicht: 1-2 g, nestblijvers
- Speenleeftijd: vanaf week 4
VOORTPLANTING VAN DE MUIS
De kleurmuis heeft meerdere cycli per jaar. De cyclus bedraagt 4-9 dagen. De oestrus duurt 12-14 uur.
VOEDING VAN DE MUIS
Granivoor, deels insectivoor/carnivoor: zaden, granen, groenten, vruchten (beperkte hoeveelheid wegens het hoge suikergehalte), kruiden en dierlijke eiwitten. Vers voer, zoals groenten, kruiden en fruit (in beperkte mate) mag na langzame gewenning worden aangeboden.
SAMENSTELLING VAN HET MUIZENVOER
- Ruw proteïne (Rp): 12,5-18 %
- Ruw vet (RVe): 4-5 %
- Ruwe vezels (RVz): 6-9 %
- Calcium (Ca): 0,4-0,7 % - bij surplus aan fosfor is er risico op nierverkalking 0,3-0,4 % (Ca-F-verhouding: 1-1,5
HUISVESTING VAN DE MUIS
- in kleine groepen
- een groep van meerdere vrouwtjes kan doorgaans probleemloos worden gehouden
- houd 1 gecastreerd mannetje met 1 of 3 - 4 vrouwtjes ongecastreerde mannetjes mogen niet samen worden gehouden (vechten voor de hiërarchie)
POSITIE VAN HET MUIZENVERBLIJF
- tochtvrij
- geen direct zonlicht
- relatieve vochtigheid 40 - 60 %
- verhoogde standplaats
GROOTTE VAN HET MUIZENVERBLIJF
- minstens 80 x 50 x 80 cm (B x D x H) voor 2 - 4 dieren
- Vrije uitloop is bij tamme dieren onder toezicht mogelijk
BODEMBEDEKKING VOOR MUIZEN
goed absorberend
- geurbindend, zeer ammoniakbindend
- stofarm
- zacht
- een hoge strolaag maakt het graven van tunnels mogelijk
- regelmatig vervangen (sterke geur)
INRICHTING VAN DE MUIZENKOOI
- meerdere huisjes en hooi of cellulose als nestmateriaal
- verbind meerdere niveaus met trappen of hangmatten
- klimtak, buizen van klei of kurk
- knaaghout bv. Back to the ROOTS Knaagwortelplezier
- voer in stevige schaaltjes van klei of keramiek (reinig dagelijks de schaaltjes)
- drinkwater in flesjes of schaaltjes op een verhoging (ververs dagelijks het water)
- looprad
- badzand
HANTEREN VAN EEN MUIS
- Tijdens de eerste dagen hebben kleurmuizen veel rust nodig bij de gewenning.
- Kleurmuizen zijn geschikt voor kinderen vanaf ongeveer 10 jaar onder toezicht van hun ouders.
- Vorm met beide handen een holte en laat het dier erin klimmen.
- Houd de muizen niet aan het midden of het einde van hun staart vast.
AANWIJZINGEN VAN ZIEKTE
Gewichtsverlies, minder opname van voer en water, gewijzigd keutel- en urineergedrag alsook een ruige vacht zijn onder meer aanwijzingen van een ziekte.BewarenBewarenBewarenBewaren
|