Woelmuis informatie – verzorging, verblijf, voeding & keuzehulp
Woelmuizen (zoals de mediterrane woelmuis en de steppelemming) zijn nieuwsgierige, actieve “kijkdieren” die je vooral blij maakt met een rijk ingericht verblijf: graven, foerageren, vaste routes maken en een veilige nestzone bouwen. Ze kunnen aan handen wennen, maar zijn meestal geen knuffeldieren. Op deze uitgebreide informatiepagina lees je hoe je woelmuizen verantwoord houdt: samenstelling van de groep, terrarium/glasbak en inrichting, bodembedekking & nest, voeding (met focus op suikerarm), hanteren en hygiëne. DRD Knaagdierwinkel® is specialist sinds 2011 en helpt je kiezen op welzijn, veiligheid en een logisch ingericht verblijf.
Direct naar de Muizen shop: Muis (alles) · Muizenkooien & verblijven · Muizen bodembedekking · Muizenvoer · Spelen & foerageren · Knaagmateriaal
Snel naar:
Woelmuis checklist (snelle, goede basis)
- ✓ Houd woelmuizen sociaal (niet alleen) en bied meerdere schuilplekken, routes en minimaal twee voer-/waterpunten.
- ✓ Kies bij voorkeur een glasbak/terrarium met veel bodemoppervlak; voor twee dieren is minimaal ca. 80 × 40 × 40 cm een praktisch startpunt (groter = beter).
- ✓ Maak een diepe graaflaag: minimaal 10 cm, liever 20 cm, met een tunnelvaste mix (stofarme bedding + hooi/stro).
- ✓ Richt veilig in: zware stenen/huisjes op de bodem (niet “zwevend”), schuilhuisjes (hout/steen), ingegraven tunnels, knaagmateriaal en simpele verrijking.
- ✓ Voer suikerarm: kleine dagelijkse porties zadenmix + veel groenvoer (gras/kruiden/bladeren). Wees terughoudend met zoete/rootgroenten en geef fruit liever niet.
- ✓ Hygiëne slim: dagelijks restjes/vochtige plekken weg, toilethoek “spot clean”, en pas periodiek deels verversen (niet alles in één keer).
✓ Graven = welzijn
Woelmuizen leven “van nature” in gangenstelsels. Een diepe, stevige bodemlaag en ingegraven routes maken het verblijf pas echt logisch.
✓ Suikerarm voeren
Basis: zaden + groenvoer (gras/kruiden/bladeren). Houd traktaties klein en kies vooral “kruidenachtig” in plaats van zoet.
✓ Rustig hanteren
Geen knuffeldier: laat ze liever zélf in een potje lopen of op je hand klimmen. Dat geeft minder stress en vaak meer vertrouwen.
Muizensoorten – informatiepagina’s
“Muis” is een verzamelnaam. Soort, gedrag en formaat bepalen wat logisch is voor huisvesting, voeding en inrichting. Bekijk ook onze soortpagina’s:
- Kleurmuis – informatie
- Afrikaanse Dwergmuis – informatie
- Relmuis – informatie
- Stekelmuis – informatie
- Grasmuis – informatie
- Woelmuis – informatie
Woelmuis als huisdier – past het bij jou?
Woelmuizen zijn vooral geschikt als je houdt van observeren: tunnelgedrag, foerageren, nestbouwen en “gezinsrust” in een sociaal groepje. Ze kunnen wennen aan je aanwezigheid en soms uit je hand eten, maar verwacht geen dier dat graag opgepakt wordt. Een woelmuis-verblijf draait dus om ruimte, graafdiepte en structuur, niet om “veel handling”.
Ook praktisch om te weten: woelmuizen graven veel, dus een verblijf met diepe bodembedekking is belangrijker dan hoogte of klimrekken. Ze zijn bovendien gevoelig voor hitte; een koele, stabiele plek (uit de zon) is essentieel.
Gedrag & samen houden
Woelmuizen leven van nature in gangenstelsels en communiceren veel via geursporen en geluid. In een goed verblijf zie je vaste routes, een nestkamer en een duidelijke toiletzone. Ze zijn vaak actief in de schemering, maar kunnen ook overdag actief zijn (zeker als het rustig is in huis).
Sociaal houden: woelmuizen zijn groepsdieren. Houd ze daarom niet alleen, maar in een passend duo of groepje. Groepsrust ontstaat door voldoende ruimte, meerdere ingangen/schuilroutes en “meer dan één” van alles (huisjes, voerplekken, drinkplek).
Ongewenste nestjes voorkomen: houd groepen bij voorkeur met dieren van hetzelfde geslacht, of laat je vooraf goed adviseren over een veilige samenstelling (en overleg met een ervaren dierenarts als je een gemengde combinatie overweegt).
Huisvesting & inrichting (terrarium-gericht)
Voor woelmuizen werkt een glazen bak/terrarium meestal het prettigst, omdat je dan echt een diepe graaflaag kunt maken zonder dat alles eruit wordt gewerkt. Let vooral op bodemoppervlak en een stabiele indeling. Een startpunt voor twee dieren is ongeveer 80 × 40 × 40 cm; groter is altijd beter.
Kooi of bak? Traliekooien zijn vaak minder geschikt omdat de onderbak niet diep genoeg is en omdat woelmuizen zich verrassend “plat” kunnen maken. Kies je toch tralies, zorg dan dat alles ontsnappingsproof is en dat er geen tocht op het verblijf staat.
Inrichting die wél werkt:
• Ingegraven gangen (karton, PVC-buis of stenen buizen) + veel graafmateriaal.
• Schuilhuisjes van hout of steen (liever geen plastic).
• Plateaus (bijv. steen/hout) om voer- en drinkbakjes hoger te zetten zodat ze minder snel ondergestoven raken.
• Knaagmateriaal (wilg/hazelaar) en simpele verrijking (wc-rollen, foerageermateriaal).
• Zet zware items op de bodem zodat ze niet “omver gegraven” kunnen worden.
Looprad (optioneel): een rad kan extra beweging geven, maar kies dan altijd een gesloten rad zonder spaken en een formaat waarbij de rug niet kromt. Zet bij meerdere dieren liever meer dan één rad en plaats het zo dat het niet direct ingegraven wordt.
Temperatuur & koelen: woelmuizen kunnen slecht tegen hitte. Zet het verblijf nooit in de zon. Op warme dagen kun je koeling geven met een koele steen (even in de koelkast) of een bevroren fles (in een doek gewikkeld). Verwijder natte plekken en zorg voor voldoende ventilatie.
Praktische startpunten: Muizenkooien & verblijven · Kooi accessoires · Plateaus & ladders · Tunnels · Huisjes · Spelen & foerageren · Knaagmateriaal
Water & voeren: gebruik een zwaar stenen bakje of een knaagbestendig flesje en controleer dagelijks. Links: Voerbakjes · Drinkflesjes & waterbakjes
Bodembedekking & nest (diep, tunnelvast, stofarm)
Een woelmuis-verblijf staat of valt met de bodem. Kies een stofarme bedding die je mengt met hooi en stro zodat gangen beter blijven staan. Maak de laag minimaal 10 cm, maar liever 20 cm. In een deel van het verblijf kun je (als je dat prettig vindt) een natuurlijke “grondzone” maken met een mix van onbemeste aarde en zand.
Extra tip: leg (delen van) tunnels al neer en graaf ze in. Woelmuizen nemen routes vaak snel in gebruik en bouwen dan verder.
Nestmateriaal: geef veilig, makkelijk te verwerken nestmateriaal. Vermijd “watten”, synthetisch nestmateriaal en lange vezels waarin dieren kunnen verstrikken. Kies hier je route: Muizen bodembedekking · Muizen nestmateriaal
Voeding & snacks (suikerarm is de basis)
Woelmuizen eten van nature vooral gras, mos, worteldelen, scheuten, zaden, kruiden en blad, soms bessen en af en toe dierlijke voeding (zoals insecten). Ze zijn gewend aan een menu met weinig suikers. Als huisdier kun je daarom het best werken met: (1) een kleine portie zadenmix, (2) dagelijks groenvoer, (3) altijd vers water, en (4) af en toe dierlijke eiwitten.
Praktisch voerschema (handig startpunt):
• Zadenmix: per dier ongeveer 1 theelepel per dag (bijv. kanarie-/parkieten-/tropische vinken-zaad, eventueel gecombineerd met een passend knaagdiervoer).
• Groenvoer: gras, kruiden en groenten. Denk aan bladgroenten zoals andijvie en lof, plus (gedroogde) kruiden.
• Extra’s: 1× per week een meelworm/krekel of een klein stukje kattenbrok (heel beperkt).
• Vermijd (meestal): fruit (al snel te veel suiker). Traktaties liever klein en “kruidenachtig”; eventueel heel af en toe een zonnepitje of rozijntje.
Hooi & knagen: hooi mag altijd aanwezig zijn (ook om op te knabbelen en voor nestbouw). Geef daarnaast veilige takken, zoals wilg of hazelaar.
Handige categorieën: Muizenvoer · Hooi, kruiden & zaden · Muizen snacks · Foerageren & verrijking
Hanteren & wennen aan handen (mild stappenplan)
Woelmuizen zijn meestal niet zo tam dat je ze prettig kunt optillen. Het doel is daarom: veilig verplaatsen zonder stress, en rustig wennen aan jouw aanwezigheid.
- Week 1: rust en routine. Zet het verblijf op een rustige plek, praat zachtjes en voer op vaste momenten.
- Week 2: belonen bij jouw hand. Houd je hand stil in het verblijf met een klein geschikt hapje.
- Daarna: laat ze zelf op je hand klimmen. Moet je verplaatsen? Laat ze in een doosje/potje lopen en til dát op (meestal het minst spannend).
Bijten/nibbelen: schrik niet van “testbeetjes”. Dat is vaak onzekerheid of nieuwsgierigheid. Blijf rustig, voorkom grijpen van bovenaf en bouw vertrouwen op met herhaling.
Handig voor rustige verplaatsing of dierenartsbezoek: Muizen transportboxen.
Gezondheid & preventie
Woelmuizen laten niet altijd snel zien dat er iets mis is. Dagelijkse, korte check werkt het best: eten/drinken, activiteit, vacht, ogen/neus, ademhaling en ontlasting. Bij twijfel is vroeg overleggen met een (knaagdierkundige) dierenarts verstandig.
Preventie in één alinea: houd het verblijf uit de zon (hitte!), voorkom tocht, werk met stofarme materialen, verwijder dagelijks natte/bedervende resten en wissel periodiek alleen een deel van de bodembedekking zodat de groep rust houdt.
Praktische categorieën: Muizen gezondheid · Muizen verzorging
Verder lezen (extra verdieping)
Wil je nóg meer achtergrond en praktische voorbeelden? Bekijk ook:
Handige Muizen shoplinks (meest relevant)
Verblijf & inrichting:
Muizenkooien · Kooi accessoires · Huisjes · Tunnels · Plateaus & ladders · Spelen & foerageren · Knaagmateriaal
Bodem & nest:
Bodembedekking · Nestmateriaal
Voeding:
Muizenvoer · Hooi, kruiden & zaden · Snacks
Praktisch:
Voerbakjes · Drinkflesjes & waterbakjes · Transportboxen · Pakketten
Voor onafhankelijke achtergrondinformatie kun je ook het LICG over woelmuizen raadplegen.
FAQ – Woelmuis
Is een woelmuis een knuffeldier?
Meestal niet. Woelmuizen kunnen aan handen wennen en soms op je hand klimmen, maar oppakken/knuffelen geeft vaak stress. Observeren en verrijking geven doorgaans het meeste plezier.
Kun je woelmuizen alleen houden?
Liever niet: het zijn sociale dieren. Een passend duo of groepje werkt meestal rustiger, mits er genoeg ruimte en meerdere schuilroutes zijn.
Wat is een goed verblijf voor woelmuizen?
Een glasbak/terrarium met veel bodemoppervlak en een diepe graaflaag. Voor twee dieren is circa 80 × 40 × 40 cm een praktisch startpunt; groter is beter. Belangrijker dan hoogte is graafdiepte en structuur.
Hoe diep moet de bodembedekking zijn?
Minimaal 10 cm, liever 20 cm, met een tunnelvaste mix (stofarme bedding + hooi/stro). Daarmee kunnen ze stabiele gangen en nestzones maken.
Wat eten woelmuizen, en mag fruit?
Basis is suikerarm: kleine porties zadenmix + dagelijks groenvoer (gras/kruiden/bladgroenten). Fruit is meestal geen goede keuze omdat het snel te suikerhoudend is.
Hoe maak je het verblijf schoon zonder stress?
Werk met “spot clean”: toilethoek en natte plekken regelmatig weghalen, bedervende resten dagelijks verwijderen, en periodiek slechts een deel van de bodembedekking vervangen zodat de vertrouwde geur deels blijft.
Tip: wil je snel kiezen vanuit het assortiment? Begin bij de Muizen-hoofdcategorie: Muis.
✓ Zorgvuldig geselecteerd assortiment voor verantwoord houden
✓ Keuzehulp en verdieping van specialist sinds 2011
✓ Praktische tips voor een diepe, stofarme en veilige graafinrichting
